Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

donderdag 18 april 2024

ACHTER DE FAÇADE VAN DE SAINT-GERVAIS en SAINT-PROTAIS

De geschiedenis en de actualiteit van de stad vloeien in het Parijs van alledag samen, of je nu de namen van de metrostations, de straten en pleinen of de betekenis van bepaalde gebouwen wilt begrijpen, Parijs is ondenkbaar zonder haar verleden. Daaraan ontleent de stad haar identiteit en zelfbewustzijn. Op de plek waar ik je mee naar toeneem vindt al meer dan 1600 jaar Christelijke aanbidding plaats, de St Gervais-et-St-Protais. Deze kerk is gebouwd op de resten van het eerste gebouw aan de Rive Droite; een basiliek die voor het eerst wordt vermeld in documenten uit het eind van de 4e eeuw. Een basiliek gewijd aan de broers Gervasius en Protasius, twee Romeinse officieren die onder Nero de marteldood stierven. 

Daarmee is het de oudste parochie aan de rechteroever van de Seine. Echter, toen het Romeinse Rijk tegen het eind van de 4e eeuw in verval raakte, werd Lutetia overspoeld door de Grote Volksverhuizing, waarbij veel bewoners naar het versterkte île de la Cité vluchtten.

 

De St Gervais-et-St-Protais in 2023 en op een gravure uit 1661


De bouw van de huidige kerk is begonnen in 1494, aan het einde van de middeleeuwen, en duurde zo’n 150 jaar. De middeleeuwen waren een belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. Deze periode liep ongeveer van 500 na Christus, ongeveer dezelfde tijd als de val van het Romeinse Rijk, tot aan ongeveer 1500. De wijk Grève bruist dan van vitaliteit. Vlakbij de Seine en bij de grootste haven van Parijs. Ambachtslieden, handelaars, zakenlieden strijden daar om de kraampjes*. Verschillende architecten hebben gewerkt aan deze kerk en dat verklaart ook de verschillende bouwstijlen. De koorgewelven  zijn in een flamboyant gotische stijl, terwijl de façade, van de hand van de architect Salomon de Brosse (de bouwer van het Palais du Luxembourg) is geïnspireerd door het Franse classicisme. De van 1616 tot 1621 gebouwde façade, die tegen de achterzijde van het Hôtel de Ville aankijkt, heeft net als die van de St-Paul-et-St-Louis (eveneens in de Marais) drie verdiepingen. De architect rangschikte drie type zuilen boven elkaar; onder de Dorische, in het midden de Ionische en bovenaan de Korinthische. Het was de eerste barok-classicistische kerk façade in Frankrijk.

 

Vandaag de dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de kerk


Deze prachtige kerk, een van de mooiste van Parijs,  staat op een zachte helling, wat nog eens wordt benadrukt door de traptreden aan de voorgevel en in de rue François-Miron. De iep op het plein vormde naar middeleeuws gebruik een verzamelplaats voor buurtfeesten, vergadering, veroordeling, werving en ontmoeting, vandaar de Franse uitdrukking ‘Attendez-moi dous l’orme’ – letterlijk afspraak onder de iep. Het plein werd ook lange tijd Carrefour de l’Orme genoemd – kruispunt van de iep. De bewoners van Le Marais wisselden hier in vroeger tijden hun geld in de schaduw van de boom. Er zijn nog steeds afbeeldingen van de iep te vinden op allerlei gebouwen rondom het plein, inclusief de kerk. De iep voor de kerk is niet de originele. Deze werd gekapt in 1794 ten tijde van de revolutie om kanonnenwagens te maken. De iep die we vandaag zien werd in 1914 herplant mede dankzij de parochiepriester van de Saint-Gervais die de herinnering aan deze legendarische boom wilde doen herleven.


De clochards van Parijs en de daklozen vinden in de kerk altijd een warm welkom 


De Saint-Gervais, zoals de kerk nu in de volksmond wordt genoemd, was gedurende meer dan twee eeuwen - vanaf 1653 - de thuisbasis van een van de bekendste muziekfamilies van Frankrijk: de Couperins. De befaamde familie Couperin, bestaande uit klavecinisten, componisten en organisten,  leverde maar liefst acht generaties organisten die het orgel tussen 1653 en 1826 bespeelden. Het orgel van Louis en François Couperin, gebouwd in de 17e eeuw door Alexandre Thierry is het oudste orgel in de stad Parijs.  Het is een goed voorbeeld van de Franse barok.

Naast de Saint-Servais staat het huis waar de Couperins woonden, te herkennen aan een plaat met informatie over de familie.


Het woonhuis van François Couperin herkenbaar aan de plaquette

 

Heel onverwacht kom je binnen weer in een laatgotisch bouwwerk terecht, waarvan de voltooiing pas begin 17e eeuw plaatsvond. Hoewel er meer dan een eeuw gebouwd werd biedt het binnenwerk van de Saint-Gervais een zeer homogeen aanzicht. Het middenschip van de drie-schepige basiliek met dwarsbeuk en diep terugwijkend koor, vertoont een fraai sterrenpatroon in de ribbengewelven. De hoogte culmineert op 25 meter en heeft twee niveaus, zoals in de meeste renaissancekerken van Parijs. De breedte is slechts acht meter en richt als het ware je blik naar boven, naar de lucht. Het is een oproep om naar boven te kijken daar waar Christus is gezeten, aan de rechterhand van God.

 

De kerk is voorzien van de mooiste glas-in-loodramen


Alle zijkapellen zijn voorzien van de mooiste glas-in-lood-ramen, schilderijen en beelden. Het glasraam ‘De wijsheid van Salomo is een van de mooiste ramen uit de renaissance in Parijs. De staat van conservering van dit glas-in-loodraam, gemaakt in 1531, is zo uitzonderlijk dat experts uit de 20e eeuw originele stukken hebben genomen als voorbeeld voor restauraties uit de 19e eeuw. Het glas in lood is van een zeer hoog technisch niveau maar ook de snijtechnieken uit die tijd.  De maker, die lange tijd onbekend bleef, had de bijnaam de Meester van Montmorency in dienst van Anne de Montmorency, Hertog van Montmorency. Later bleek het te gaan om Jean Chastellain. Hij maakte glas-in-loodramen voor de kerk van Saint-Germain-l'Auxerrois, de kerk van Saint-Étienne-du-Mont in Parijs en het Château de Chantilly.


Het glasraam ‘De wijsheid van Salomo is een van de mooiste ramen uit de renaissance in Parijs



 De staat van conservering van dit glas-in-loodraam, gemaakt in 1531 is ongekend

De bovenste ramen zijn van de 21ste eeuw, gemaakt door Claude Courageux en Sylvie Gaudin, en illustreren het verhaal van Adam en Eva, de ark van Noach, de patriarchen en hun echtgenoten.



 

Achter het koor ligt de prachtige kapel van de Heilige Maagd met een sluitsteen die versierd is met rijke arabesken. De kapel werd voltooid in 1517. De drie ramen zijn eveneens van de hand van Jean Chastelain en beelden drie scenes uit het leven van Maria uit. Een van de kostbaarste schatten van de kerk is een laatgotische madonna aan de noordoostelijke pijler van de kruising. De andere kerkschat is de ‘Chapelle Doree’ of de gouden kapel.


De prachtige kapel van de Heilige Maagd

 

Deze kapel werd in 1627 door het kerkbestuur geschonken aan Antoine Goussault en zijn vrouw Geneviève Fayet, beiden jarenlang welgestelde parochianen. Deze kapel bevindt zich aan het einde van de huidige Sainte-Anne-kapel. Onder de kapel doet een kelder dienst als begraafplaats voor de familie Goussault. De ingang onderscheidt zich door een elegant houtwerk in lichte banen gevormd door fijne balusters, bekleed met geschilderde luiken en bekroond door een opengewerkte kroonlijst. De decoratie omvat een altaar waarvan de bekleding is versierd met een dode Christus, met daarboven een altaarstuk voorstellende Christus op de Olijfberg, toegeschreven aan Claude Vignon. De muren en de gewelven van het plafond vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus, toegeschreven aan Jean de Saint-Igny. De rest van de lambrisering is versierd met koppen van cherubijnen en decoratieve motieven: figuren van Christus en Maria, instrumenten van passie, boeketten, palmetten, etc. De kapel is alleen te bezoeken tijdens monumentendagen. De eerstvolgende gelegenheid vindt plaats op zondag 20 september 2020 vanaf 14.00 uur in groepen van zes personen.

 


De Chapelle Dorée 

Chapelle Dorée

De kerk, geclassificeerd als een historisch monument, werd voor de eerste keer gerestaureerd onder leiding van de architect Baltard tussen 1827 en 1844 en een tweede maal tussen 1863 en 1869. Toen zijn met name de zijkapellen en de gebrandschilderde ramen hersteld. Op 29 maart 1918 viel er een Duitse granaat, afgevuurd door Parijs geschut, op het dak van de kerk op het moment dat de Goede Vrijdagdienst plaatsvond. 92 personen vonden de dood en 68 raakten gewond. Na de herstelling van het ingestorte dak vonden er werken plaats in 1957 en meer recent in 2013.

 

De muren en de gewelven van het plafond van de Chapelle Dorée vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus


Op 6 februari 2020 maakte de stad Parijs bekend dat de kerk met een budget van 6,6 miljoen euro opnieuw zal worden gerestaureerd. De drie jaar durende restauratie omvat de klokkentoren en het noordelijke trancept, de zijarm tussen koor en schip. Door het slechte weer en vervuiling laten verschillende stenen los. Roestige metalen staven, heel normaal in die tijd, doen de stenen opzwellen en afbrokkelen. Zo’n 150 m³ stenen moeten worden vervangen en al het staal wordt vervangen door roestvrij staat. De vijf klokken worden opnieuw schoongemaakt en gepolijst. Het 17e eeuwse houten frame van het transept wordt hersteld evenals de afbrokkelende waterspuwers. Aan de noordkant worden de drie 18e-eeuwse glas-in-loodramen verwijderd en gerestaureerd door Les Ateliers Coureux.



 Nog een detail uit de rijk gedecoreerde Chapelle Dorée

In 1975 werd de parochie door kardinaal Marty toevertrouwd aan de zorg van Pierre-Marie Delfieux, teneinde er een Monastieke Gemeenschap van Jeruzalem te stichten. Vandaag de dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de kerk. Frère Grégoire is de huidige prieur van de Fraternité des Frères.

 

De rue des Barres met links de kerk


Begin je bezoek aan de kerk aan de zijde van de Seine in een van de mooiste straatjes van Parijs, de rue des Barres, schuin tegenover het café-restaurant Louis Phillipe. Let ook op het vakwerkhuis op de hoek van de rue Grenier sur l’eau  waarschijnlijk afkomstig uit de 14e eeuw. Het hout aan de buitenkant is duidelijk te zien ondanks het feit dat toentertijd verboden was vanwege het brandgevaar. Tegenover dit straatje ligt de zijingang naar de kerk. 

Fotografie: Ferry van der Vliet, Wikimedia, Territoires et patrimoine © Jean-Francois Rémy



dinsdag 9 april 2024

MUSÉE CERNUSCHI AZIATISCHE KUNST IN PARIJS

In het Franse belastingrecht is het mogelijk om successierechten te betalen en andere belastingverplichtingen na te komen door de overdracht van een kunstwerk of historisch object, een gebouw of een perceel, dit alles met een hoge artistieke en/of historische waarde. Een ‘dation en payement’ genoemd.

In Parijs staan verschillende museums, vroegere woonhuizen van puissant rijke mensen die hun eigendommen nalieten aan de Franse staat of aan de stad Parijs, op voorwaarde dat alles na hun dood ongewijzigd blijft en openbaar wordt gemaakt voor het publiek.

Voorbeeld hiervan is het Musée Cernuschi in het parc Monceau, aan de avenue Vélasquez nr. 7 ooit eigendom van Henri Cernuschi (1821-1896). Deze Italiaanse bankier vestigde zich in Parijs in 1849. Hij was een van de oprichters van de Bank van Parijs de voorvader van BNP Parisbas en een groot verzamelaar van Aziatische kunst.


 Parc Monceau



We begeven ons naar het Parc Monceau voor een bezoek aan het Musée Cernuschi. Het huidige park stamt in feite uit 1867 en is sinds het Tweede Keizerrijk nauwelijks veranderd. Het ontwerp danken wij aan de anglomanie van Napoleon die vlak daarvoor het Hyde Park in London had bewonderd. Helaas werd het grondgebied tijdens de stedenbouwkundige ingrepen van Haussmann flink verkleind en door Alphand heringericht in de Engelse stijl, maar de weinige resterende architecturale elementen werden behouden. De geest van het Tweede Keizerrijk waart er nog altijd rond. Met zijn meer dan honderdjarige bomen, waterpartijen, zuilengalerijen en beelden die als het ware verstoppertje lijken te spelen. Omgeven door een krans van herenhuizen. Achter deze gevels moeten doortrapte speculanten hebben gewoond die pronkten met hun recent en op niet altijd even fraaie wijze verworven fortuin, maar ook de huizen voor keizerlijke liefjes, bankieren en groot industriëlen. Tussen 1876 en 1878 schilderde de Franse impressionist Claude Monet hier drie schilderijen, waarbij het contrast tussen zijn eigen financiële situatie en die van de welgestelde wandelaars groot moet zijn geweest. Namelijk, om aan zijn schuldeisers te ontvluchten was Monet, vanuit het net buiten Parijs gelegen Argenteuil, gevlucht naar de Franse hoofdstad. Twee schilderijen bevinden zich in privébezit en een schilderij hangt in het Metropolitan Museum of Art in New York. In 2009 werd een van die schilderijen bij Christie's in Londen geveild voor ruim zes miljoen pond. Hij zou zich omdraaien in zijn graf.



 De avenue Vélasquez wordt afgeschermd door een grote metalen poort bedekt met bladgoud 

Het Musée Cernuschi is gevestigd in een mooie chique straat op de grens van het 8e en 17 arrondissement grenzend aan het parc Monceau. De avenue Vélasquez wordt afgeschermd door een grote metalen poort bedekt met bladgoud die de toegang vormt tussen de boulevard Malsherbes en het parc Monceau. Op nummer 7 ligt het aantrekkelijke neoklassieke herenhuis, waarin sinds 1898 een van de oudste museums van Parijs is gevestigd. Het is het voormalige woonhuis van Enrico Augusto Primo Giuseppe Antonio Luigi Mansueto Carlo Mario Cernuschi, beter bekend onder zijn Franse voornaam Henri Cernuschi, een Italiaanse patriot, bankier, econoom, journalist, kunstverzamelaar, financier, reiziger, filantroop en mecenas die in 1870 tot Fransman werd genaturaliseerd.



 Musée Cernuschi; het pand draagt de kenmerken van de neoklassieke stijl die in de 19e eeuw populair was in noord Italië

Diep geschokt door de dramatische gebeurtenissen van de Commune in maart 1871 vertrok Cernuschi tussen september 1871 en januari 1873 voor een wereldtournee, in het gezelschap van een jonge kunstcriticus Théodore Duret. De reis voert via de Verenigde Staten naar Japan, China, Mongolië, Indonesië, het eiland Ceylon (Sri Lanka) en India. Tijdens zijn verblijf in Japan en China verwierf hij ongeveer vijfduizend kunstwerken, voornamelijk bronzen beelden, die het hart van zijn collectie zouden vormen. Bij zijn terugkeer in Parijs kocht Henri Cernuschi het laatste stukje braakliggende grond aan de avenue Vélasquez en vertrouwde de bouw van zijn herenhuis toe aan een architect van Nederlandse afkomst, William Bouwens van der Boijen. Het pand draagt de kenmerken van de neoklassieke stijl die in de 19e eeuw populair was in noord Italië. Op de gevel zien we twee mozaïekmedaillons van Aristoteles en Leonardo da Vinci, bewonderd door Cernuschi. Op de voordeur bevinden zich twee plaquettes waarop we de woorden februari en september kunnen lezen, data van de twee revoluties van 1848 en 1870 die de republiek in Frankrijk vestigden. Bebaarde Atlantiërs ondersteunen een grote kroonlijst die het hotel omringt.

 

Henri Cernuschi


Voor zijn dood schenkt Cernuschi zijn ongeëvenaarde kunstcollectie aan de stad Parijs evenals zijn privéwoning. Cernuschi sterft in Menton, een badplaats aan de Franse Riviera, in mei 1896 en wordt begraven op de begraafplaats Père Lachaise, divisie 66. Op 26 oktober 1898 opent het museum.



De graftombe van Henri Cernuschi op Père Lachaise, divisie 66


De entree van het museum

Een bezoek aan het Musée Cernuschi is een duik in het verhaal van een gepassioneerde verzamelaar en biedt een uitzonderlijk panorama van oude Chinese, Japanse, Vietnamese en Koreaanse kunst. Tijdens je rondleiding door het museum zul je je verbazen over de aanwezigheid van diverse meesterwerken. Van de beroemde bronzen ‘Tijgerin’, een bronzen wijnvat uit de 11e eeuw voor Christus, tot het majestueuze standbeeld van Henri Cernuschi bij de ingang van het museum. Elk werk getuigt van een tijdperk en een beschaving. Het pronkstuk is ongetwijfeld de 4,40 meter hoge Amida Boeddha, Japans brons uit de 13e eeuw, die mediteert met zijn gezicht naar een groot raam met uitzicht op het Monceau-park. Zo indrukwekkend, de grootste in West-Europa, dat hij in negen delen moest worden gezaagd voor transport over zee. En mis de schatten niet die in de voet van de Boeddha verborgen liggen: kostbare jaden voorwerpen. Ontdek onder de 900 tentoongestelde voorwerpen, ceremoniële voorwerpen die dateren uit 3.000 jaar voor Christus, gedetailleerde bronzen voorwerpen uit het ‘Shang’ tijdperk en keramiek die het dagelijkse leven in het oude China uitbeelden.



Het pronkstuk is ongetwijfeld de 4,40 meter hoge Amida Boeddha, Japans brons uit de 13e eeuw



Een bezoek aan het Musée Cernuschi is een duik in het verhaal van een gepassioneerde verzamelaar



In de permanente collecties ontdek je een groot aantal neolithisch aardewerk, archaïsche vazen, boeddhistische beelden, allemaal chronologisch gestructureerd, van het neolithicum tot de 13e eeuw. De kunst is voornamelijk Chinees en een deel ervan is Japans, in tegenstelling tot het Guimet-museum dat bijna alle Aziatische landen tentoonstelt. Daarmee heeft Musée Cernuschi de tweede belangrijkste collectie kunst uit het Verre Oosten na het Guimet Museum. Het herbergt de vijfde grootste collectie Chinese kunst in Europa waaronder aardewerk uit de Tang- en Song-dynastieën, vergulde bronzen voorwerpen uit de Liao-dynastie en graffiguren uit de Han-dynastie. Het museum bezit 12.400 objecten waar er wisselend 900 worden tentoongesteld.



Het Musée Cernuschi bezit de tweede belangrijkste collectie kunstcollectie uit het Verre Oosten na het Guimet Museum




Op 25 juli 2023 opende het museum de Boeddhakamer na een sluiting van zes maanden voor renovatiewerkzaamheden. Ter gelegenheid van deze heropening onthult de Boeddhakamer ook een monumentaal houten beeldhouwwerk van bijna twaalf meter dat draken voorstelt. Dit meesterwerk van de Japanse kunst is  voor het eerst in zijn geheel te zien sinds de jaren 30. Het werd speciaal gerestaureerd ter gelegenheid van de viering van de 150ste verjaardag van de terugkeer van Henri Cernuschi uit Azië. De permanente museumcollectie is van dinsdag tot en met zondag gratis te bezoeken met uitzondering van speciale tentoonstellingen.



Ter gelegenheid van deze heropening onthult de Boeddhakamer ook een monumentaal houten beeldhouwwerk van bijna twaalf meter dat draken voorstelt.


De huidige tentoonstelling loopt tot en met 9 juni 2024


Musée Cernuschi, avenue Vélasquez 7, 8 arrondissement, metrostation Monceau, lijn 2, Villiers, lijn 2 & 3.


maandag 25 maart 2024

DE WEDERGEBOORTE VAN EEN ERFGOEDJUWEEL IN PARIJS

Fotografie met dank aan 'De Stad Parijs' en 2theloo

Onder de Place de la Madeleine, naast de Madeleine kerk ligt onder de grond een stukje historisch erfgoed: de ‘Lavatory Madeleine’. Geïnstalleerd onder Napoleon III en geïnspireerd door onze Engelse buren. Londen was namelijk de eerste stad waar in de 19e eeuw, in de straten, openbare toiletten verschenen. 

Er wordt aangenomen dat het eerste openbare toilet in Londen in 1423 door de burgemeester van de stad, Richard Whittington, werd geïnstalleerd. Het was een gewoon gebouw, dat in één keer 128 mensen kon bedienen. De faciliteit werd in tweeën gedeeld. Er waren dus 64 toiletten voor mannen en hetzelfde aantal voor vrouwen. Doorspoelen vond twee- maal per dag plaats. Ondanks de oprichting van het eerste openbare toilet en de algemene vooruit- gang op dit gebied, bleef de situatie in Londen tot het einde van de 19e eeuw onopgelost. Tot die tijd zag je vaak mannen op straat die in elke hoek of smal steegje hun eigen ‘toilet’ creëerde. Voor vrouwen was de situatie iets moeilijker. Alles veranderde in 1851 toen spoeltoiletten werden gedemonstreerd op de tentoonstelling in Crystal Palace. Dit mechanisme, ontwikkeld door loodgieter George Jennings, overtuigde de organisatoren om die toiletten ook na afloop van de tentoonstelling open te laten. Het was een briljant idee, omdat het openbare toilet erg populair was en een jaarinkomen van ongeveer £ 1.000 opleverde (tegenwoordig een bedrag van zes cijfers). Want tegen de tijd dat de tentoonstelling werd gesloten, hadden meer dan 800.000 bezoekers van de faciliteiten gebruik gemaakt. Openbare individuele cabines met een doorspoeltoilet en wastafels om de handen te wassen werden pas tegen het einde van de negentiende eeuw geïntroduceerd.



Lavatory de la Madeleine door mij gefotografeerd in 2011, net voor de algehele sluiting

 

Parijs kon natuurlijk niet achterblijven. Het Madeleine toilet was het eerste van zijn soort op het vaste land van Europa. De opdracht werd in 1905 uitbesteed aan het ‘Établissements Porcher, Paris-Revin’. Het was in het begin van de ‘Belle Époque’ waar een nieuwe decoratieve stijl opbloeide, de Art Nouveau, te zien in de gebouwen van Guimard waaronder de metro ingangen en de warenhuizen, maar ook in het Madeleine toilet. Het werd gebouwd met de beste materialen; gelakt mahonie houten afscheidingen, deuren en meubilair, glas-in-lood ramen met bloemmotieven, versierd met sierlijk keramiek, en het mooiste mozaïek. Op decoratie werd door de firma Porcher niet bezuinigd, op de muren en plafond groene en paarse lotusfriezen. Er was zelfs een loge voor een bewaker en een stoel op een verhoogd platform voor het werk van een schoenpoetser. Elke individuele toiletcabine was voorzien van een spiegel en wastafel met koperen kraan alles voor een make-over in volledige privacy. Het pand verwelkomde zowel mannen en vrouwen in twee ondergrondse galerijen toegankelijk vanaf de Place de la Madeleine. Ondergronds want je kon tenslotte geen openbare toilet hebben naast een kerk. Dat is ook de reden dat de toilet bij de Notre-Dame ook ondergronds werd gebouwd.


In maart 2011 werd de ‘Lavatory de la Madeleine’ geclassificeerd als Historisch monument

 

Meer dan honderd jaar deed dit toilet, misschien wel het mooiste van Europa, trouwe dienst. In 1990 werd het herentoilet gesloten om dienst te doen als technische ruimte voor de RATP. In maart 2011 werd de ‘Lavatory de la Madeleine’ geclassificeerd als Historisch monument. Maar ondanks dit keurmerk en het verzet van de burgemeester van het 8e arrondissement, sloot het toilet eind 2011 zijn deuren vanwege een gebrek aan voldoende bezoekers. Ongeveer nog zo’n 350 per dag. 

De concessiehouder die in 2015 werd aangesteld om de exploitatie van dit Parijse toilet te verzekeren had de verplichting om het Madeleine toilet te renoveren en te heropenen. Echter de door de Stad Parijs aangewezen operator kon zijn verplichtingen niet nakomen vanwege de economische problemen na de terroristische aanslagen van 2015 en later gooide de brand in de Notre-Dame de Paris ook nog eens roet in het eten. Het toilet voor de kathedraal, het drukste van Parijs moest ook zijn deuren sluiten voor het publiek.

 

De volledig gerestaureerde ingang van de openbare Madeleine toilet


De Stad Parijs moest op zoek naar een nieuwe concessiehouder en vond in het Nederlandse bedrijf 2theloo bereid om de restauratie te financieren voor een concessie van tien jaar. Na een grondige schoonmaakoperatie in 2021, de ingang met de wenteltrap naar beneden was in de afgelopen jaren een openlucht prullenbak geworden, konden de renovatiewerkzaamheden in het najaar van 2022 starten. Eerst moest de waterdichtheid van het glazen plafond worden gegarandeerd alvorens men met het binnenwerk kon starten. Het is nu versterkt door een tweevoudige waterdichtheid. Mocht er een breuk ontstaan in de bovenste laag dan is in ieder geval het 119 jaar oude interieur veilig. Vervolgens konden ambachtslieden aan het werk om de erfgoedsite weer open te stellen voor het publiek. Alle leidingen kranen en sanitair werden vernieuwd, geheel passend bij de sfeer uit de Belle Époque. Het mozaïek langs de trap naar beneden zal in de loop van 2024 worden gerestaureerd door het ‘Centre de documentation de la Conservation des Oeuvres d'Art Religieuses et Civiles’ (COARC), Paris.



 Een herboren juweel uit de Belle Époque

Maandag 20 februari 2023 was het dan zover; de wedergeboorte van een erfgoedjuweel uit de Belle Époque. De opening werd bijgewoond door Jeanne d’Hauteserre, burgemeester van het 8e arrondissement en Karen Taïeb, verantwoordelijk voor het Parijse erfgoed. Een afdaling naar beneden voelt als een reis door de tijd. Zodra je binnenkomt bevindt zich aan de linkerkant de ontvangstcabine van de hôtesse, een elegantere benaming voor ‘madame pipi’ of zoals bij ons juffrouw van de retirade. De cabine is volledig origineel, alleen het glas is vernieuwd en registreert nog steeds automatisch het aantal klanten dat passeert. Midden in de ruimte de originele schoenpoetsstoel, bovenop een podium van vier treden, omgeven door een rood koord om beklimming te voorkomen. Een schoenpoetser zal er niet zijn aangezien dat beroep in Europa niet meer bestaat. In een etalage hangen enkele posters uit de Belle Époque. Zeven toilethokjes zijn beschikbaar voor zowel vrouwen als mannen.

 

Een schoenpoetser zal er niet zijn aangezien dat beroep in Europa niet meer bestaat


Om toegang te krijgen tot dit juweeltje moet je wel een bedrag van € 2 pinnen of contant betalen. Een creditkaart mag ook. In ruil daarvoor wordt elke cabine na bezoek schoongemaakt. De ‘Lavatory de la Madeleine’ is elke dag geopende van 10.00 uur tot 18.00 uur. Ik kan je vertellen, in de hoofdstad is er geen mooiere en luxueuzere plek om van plotselinge aandrang af te komen. Helaas zijn deze toiletten (nog) niet toegankelijk mensen met een handicap. Goed om te weten dat de 435 aanwezige sanisettes in de stad wel toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. Bovendien zijn die allemaal gratis. Parijs heeft overigens de meeste openbare toiletten per vierkante meter in de wereld. De Parijs sanisettes verwelkomden in 2022 meer dan 20 miljoen gebruikers.

 

Er is gebruik gemaakt van de mooiste materialen, glas-in-lood ramen en mahoniehouten deuren


Ter voorbereiding op de Olympische Zomerspelen van 2024 in Parijs zullen alle Sanisettes worden vervangen door een nieuwe vloot van toiletten van de volgende generatie die water- en energie-zuinig zullen zijn met de toevoeging van een aparte urinoircabine. Het aantal rolstoeltoegankelijke units zal verdubbelen en er zullen buiten handwasstations worden geïnstalleerd. Bestaande toiletten zullen worden gerecycled en weer in gebruik worden genomen in andere delen van Frankrijk of in het buitenland.


De prachtige decoraties op plafond en muren zijn 119 jaar oud




De zoektocht op het internet naar de huidige sanisettes leverde nog wat interessante wetenswaardigheden op: De ontwerper van de sanisettes is Patrick Jouin, designer uit de school van Philippe Starck. Deze volautomatische toiletten hebben de zogenaamde vespasiennes (straaturinoirs) ook bekend als pissoirs, waarvan er in de jaren dertig meer dan 1200 in Parijs waren, vervangen. De enige nog ‘werkende’ vespasienne is te vinden op de boulevard Arago en wordt nog regelmatig gebruikt. De sanisette wordt na elk bezoek volledig automatisch gereinigd. Dus maak je geen zorgen over de natte zitting want dat betekent dat het toilet ontsmet is. Grote boodschappen a.u.b. binnen 15 minuten want anders gaat de deur automatisch open. En als je toch op je gemak aan het genieten bent van alle hightech, bedenk dan dat Patrick Jouin ook de ontwerper is van exclusieve interieurs van ondermeer de juwelier Van Cleef en Arpels aan de Place Vendôme, het driesterren Michelin restaurant van Alain Ducasse en het sterrenrestaurant Jules Verne op de Eiffeltoren. Chique toch!



 In een etalage hangen enkele originele posters uit de Belle Époque



De exploitatie is nu in handen van het Nederlandse bedrijf 2theloo

Dan nog een bericht op NU.nl geplaatst op 9 oktober 2023: Uit een onderzoek onder 3.000 vakantiegangers uit vijftien Europese landen van vakantiewebsite Zoover blijkt dat in Frankrijk de smerigste openbare toiletten van Europa te vinden zijn. De schoonste toiletten zijn te vinden in Portugal. Na Frankrijk zijn de smerigste openbare toiletten te vinden in Turkije. Zo’n 17 procent vindt ze het smerigst. Op nummer drie staat Polen, met 9 procent van de stemmen. Opvallend is dat 45 procent van de Fransen hun eigen toiletten ook bestempelen als de smerigste. De grootste ergernis bij het gebruik van openbare toiletten zijn stinkende toiletruimtes (34 procent). Ook vinden de ondervraagden het erg vervelend als er wc-papier ontbreekt (27 procent). Daarna zijn een hurktoilet en vieze wc-bril storend (19 procent). Met een gebrek aan handzeep hebben toiletgebruikers de minste moeite (2 procent).

Dus reden temeer om een bezoek te brengen aan de ‘Lavatory de la Madeleine’. 

Place de la Madeleine, metrostation Madeleine, lijn 8, 12 & 14

Fotografie met dank aan 'De Stad Parijs' en 2theloo



zaterdag 16 maart 2024

NOOIT MEER, PLUS JAMAIS

Met verbijstering kijk ik naar de foto in de ochtendkrant van maandag 11 maart 2024. Waar Sharai, de achterkleindochter van de holocaust overlevende Rudy Cortissos en haar vader worden uitgescholden door een menigte agressieve haatzaaiers op weg naar de Portugese synagoge, voor het bijwonen van de openingsplechtigheid van het Holocaustmuseum in Amsterdam. Wat een historische dag had moeten worden werd een van de zwartste voor joods Nederland.

 


Zondag 10 maart opende Zijne Koninklijke Hoogheid Koning Willem-Alexander het Nationaal Holocaustmuseum, ondergebracht in de voormalige kweekschool aan de Plantage Middenlaan. Het heeft bijna 79 jaar op zich laten wachten. Het is wel het enige Shoah-museum ter wereld dat gevestigd is op de plek waar de Jodenvervolging zich ook daadwerkelijk afspeelde. Via dit gebouw werden enkele honderden Joodse kinderen weggesmokkeld uit de crèche ernaast. Aan de overkant staat de Hollandsche Schouwburg. Tot 1940 was de Hollandsche Schouwbrug een populair theater in de Plantagebuurt in Amsterdam. In 1941 veranderde de Duitse bezetter de naam van het theater in "Joodsche Schouwburg". In augustus 1942 kreeg de Schouwburg een andere functie toegewezen door de Duitse bezetter. Vanaf die tijd moesten joden uit Amsterdam en omstreken zich melden voor deportatie, of werden hier onder dwang naar toe gebracht. Vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen werden van hieruit gedeporteerd naar Westerbork om van daaruit op transport te worden gezet naar concentratie- en vernietigingskampen. De Hollandsche Schouwburg heeft ook een gedenkruimte. Een plek waar nabestaanden en overlevenden hun dierbaren persoonlijk kunnen herdenken. Op de namenwand staan 6.700 familienamen van de uit Nederland gedeporteerde en vermoorde joden gegraveerd. Het in september 2021 geopende Holocaust Namenmonument symboliseert alle 102.000 joodse slachtoffers en 220 uit Sinti en Roma uit Nederland.

 

Joodse sporen in Parijs

Wat de joodse buurt was in Amsterdam, de buurt strekte zich uit langs de Jodenbreestraat, Uilenburg, Vlooienburg, Waterlooplein, Marken, Rapenburg en Nieuwe Herengracht, later ook Nieuwmarkt, Sint Antonies-breestraat, de Plantage, Weesperstraat en Weesper- plein tot aan de Nieuwe Kerkstraat, is het derde en vierde arrondissement van oudsher de joodse buurt van Parijs.  Wie joods Parijs wil zien gaat naar de wijk Marais, waar toeristen naar folkloristische etalages met menora's turen en in de rij staan voor heerlijke falafels en waar de geur van warme pastrami en borscht je tegemoet komt vanuit de restaurantjes en koosjere winkels. De omgeving van de rue des Rosiers is al sinds de 12e eeuw een joodse wijk. Vroeger was deze straat een weg die langs een deel van de omwalling van Filips August liep, met tuinen waarin rozenstruiken - rosiers -  groeiden. Aan het einde van de 14e eeuw werd de Joodse gemeenschap uit de wijk verbannen, maar werd later weer teruggehaald, vermoedelijk om er terug inkomsten uit te halen. In de 20e eeuw werd de wijk aangevuld met Joden uit Rusland en Polen die op de vlucht waren voor de pogroms en later voor het naziregime.


 

Op warme dagen lijken in de rue des Rosiers, rue Pavée en de rue des Écouffes Jaffa noch de oude stad van Jerusalem niet erg ver weg. Zwarte orthodoxe kleding, keppeltjes en mannen met grote zwarte hoeden en dito overjassen zie je overal op straat. Op de schoolpleinen voetballen jongens die hun bar mitswa nog niet gedaan hebben, in korte broeken en gestreken witte shirts, met hun beginnende bakkebaarden half verstopt onder hun keppels. 





Winkels dragen namen als Goldberg, Silberstein, Panzer, Korcarz,
  en  Finkelsztajn. Finkelsztajn zit er al sinds 1946 en daar ga je voor specialiteiten als 'gehakte herring' uit Polen, 'körözot' (kaas met paprika) uit Hongarije en 'vatrouchka', kaastaart uit Midden Europa. Voor 'borscht', 'baba ghanoush' en het meest malse pekelvlees ga je naar Panzer die zichzelf de koning van de pastrami noemt en voor 'gehackte leber', naar Korcarz. Het befaamde restaurant van traiteur Jo Goldenberg bestaat helaas niet meer. Hij gooide de handdoek in de ring in 2006. In 1982 was dit restaurant nog het doelwit van een terroristische aanslag waarbij zes klanten werden gedood. Jo Goldenberg zelf stierf in 2014.



 

Jammer genoeg zie ik bij elk bezoek aan deze levendige wijk dat het hart van de joodse gemeenschap in Parijs verandert. Door de enorme stijging van de onroerendgoedprijzen, de economische malaise en misschien ook de angst, sluiten groenteboeren, bakkers, boekhandels en café's hun deuren. In de vroegere hamam zit nu een modewinkel, net als in het pand van Jo Goldenberg. Chique boetieks waar een jurk één maandloon kost.

 


Joodse winkels maken plaats voor chique boetieks

Wandelend door de wijk kom je overal gedenkplaten tegen, bijvoorbeeld in de rue de Sevigne bij het vroegere Lycée Victor Hugo, de l'École de filles de la rue de Sevigne en in de rue des Écouffes nr. 6 en 10. Daar kun je nog het opschrift lezen: 'École primaire de jeunes Israélites', waarvan alle kinderen gedeporteerd werden. De stad Parijs onderhoudt vandaag de dag bijna 1300 gedenkplaten. Iets meer dan 1000 gedenkplaten houden verband met de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog.



 

De stad Parijs onderhoudt vandaag de dag bijna 1300 gedenkplaten




In de nacht van 16 juli op 17 juli 1942 vond in deze wijk de grootste razzia plaats in de Franse en Parijse geschiedenis. 13.152 Joden, waaronder 4115 kinderen werden ondergebracht in het stadion Velodrome d’Hiver, beter bekend als Vel d’Hiv. De mannen en vaders gingen rechtstreeks naar Auschwitz, de vrouwen en kinderen werden in veewagens naar een doorgangskamp in de Parijse wijk Drancy gestuurd. Na een paar dagen werden de vrouwen van hun kinderen gescheiden en eveneens gedeporteerd naar Auschwitz. De kinderen bleven achter, sommigen waren nog geen 3 jaar. Als laatste werden ook zij gedeporteerd. De Franse politie ging in ruil voor een grote mate van onafhankelijkheid akkoord om Joden op te pakken en te deporteren. De aanhoudingen in juli 1942 gingen de hele zomer door. In totaal werden in de oorlog zo’n 80.000 Franse Joden gedeporteerd en op 4.000 na vonden zij allen de dood. Ongeveer 70.000 werden naar Auschwitz gestuurd en de overigen werden gedeporteerd naar Majdanek, Sobibor en een klein aantal naar Buchenwald. Deze schandvlek in de Franse geschiedenis werd indringend beschreven in de bestseller van Tatiana de Rosnay en in 2010 verfilmd: "Elle s'appelait Sarah", haar naam was Sarah".

 


Deze plaquette herinnert aan de grootste schandvlek in de Franse geschiedenis 

In de derde zijstraat van de rue des Rosiers, de rue Pavée, zo genoemd omdat dit de eerste geplaveide straat van Parijs was, ligt de Agoudas Hakehilos Synagogue. De synagoge, gebouwd in 1913,  ligt een beetje verscholen in een bocht op nummer 10 en is ontworpen door Hector Guimard (1867-1942).  Opmerkelijk, want hij was namelijk een architect van woonhuizen (Castel Béranger) en vooral bekend van de art nouveau metro-ingangen. Deze synagoge is dus wat dat betreft een vreemde eend in de bijt. De oplossing ligt in het feit dat Guimard een Joodse vrouw had en zodoende betrokken was bij de Joodse gemeenschap. Deze buurt is dichtbebouwd en Guimard had dan ook weinig ruimte voor de synagoge. Van buiten is er eigenlijk niet veel aan te zien, behalve dan de vijf meter smalle art nouveau façade. Het interieur daarentegen is prachtig, mede dankzij het vele licht dat binnenkomt dankzij grote glaspanelen in de dakconstructie. Verder is het interieur rijk gedecoreerd in de stijl die hem zo lief was. In 1941, de dag na Jom Kipoer (de Grote Verzoendag), werd de synagoge samen met vijf andere synagogen in Parijs zwaar beschadigd tijdens een antisemitische bomaanslag. Reden voor Guimard om te verhuizen naar de Verenigde Staten. Hij overleed in 1942 in New York, waar hij mede door de angst voor de oorlog en omdat zijn vrouw Joods was, was gaan wonen.

 


De Agoudas Hakehilos Synagoge

Sinds 2007 heeft de Marais een stadstuin die vernoemd is naar Anne Frank. De 4000 vierkante meter grote 'Jardin Anne Frank', ligt verscholen achter de rue Beaubourg aan de impasse Berthaud (3e). In het hart van de tuin is een loot geplant van de beroemde oude kastanjeboom waarop Anne uitkeek vanuit het Achterhuis. De tuin werd geopend op 20 juni 2007 door de toenmalige Parijse burgemeester Bertrand Delanoë. Ernaast, in de rue du Temple, kun je een bezoek brengen aan het Musée d'Art et d'Histoire du Judaïsme. Een ultramodern museum in een historisch pand waar de bezoeker op ontdekkingstocht gaat en zich kan verdiepen in de joodse cultuur. Dit is een museum waar je gegarandeerd een beter inzicht krijgt in de verschillende joodse levenswijzen.

 


De ingang naar de Jardin Anne Frank


Musée d'Art et d'Histoire du Judaïsme



Oneindig joods leed

Pardonne, mais n'oublié pas

Eens per jaar vindt wereldwijd de joodse herdenking plaats van de slachtoffers van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog én de herdenking van de opstand van het Getto van Warschau. 'Jom Hasjoa' staat voor Holocaust herdenkingsdag en vond dit jaar  plaats vanaf zonsondergang woensdag 4 mei tot zonsondergang donderdag 5 mei.  Gedurende die 24 uur staat men stil bij de vernietiging van de zes miljoen Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en bij de invloed van de sjoa op het Joodse volk. Volgens de joodse kalender valt Jom Hasjoa elk jaar op 27 Nisan. Dit jaar is dat van zondag 5 mei tot ’s avonds maandag 6 mei. De officiële naam van de dag luidt: Jom Hashoa wehagewoera - de dag van vernietiging en heldendom - het laatste om aandacht te schenken aan de verzetsdaden tegen de nazi's. In Parijs vinden de herdenkingen plaats bij het Mémorial de la Shoah, rue Geoffroy-l'Asnier 17, en bij het Mémorial de la Déportation, Square de l'Ile de France - quai de l'Archévêché,


De crypte met de eeuwige vlam

 

In de rue Geoffroy l’Asnier brandt al sinds 1956 in een crypte een eeuwige vlam ter herdenking van de slachtoffers van de Holocaust. Het 'Mémorial de la Shoah' in de Marais. Bij de ingang een stenen muur met daarop 76.000 namen. De namen van alle Franse joden die in de Tweede Wereldoorlog naar Duitse vernietigingskampen zijn gedeporteerd. Slechts een fractie van dit aantal keerde levend terug. Onder de 76.000 waren ongeveer 11.000 kinderen. Het Mémorial werd in 2005 vergroot en heringericht naar aanleiding van de 60e verjaardag van de bevrijding van het concentratiekamp Auschwitz.

 


Bij de ingang een stenen muur met daarop 76.000 namen

Aan de overzijde van de Seine op de oostpunt van het Île de la Cité bevindt zich het 'Mémorial des Martyrs de la Déportation'. Dit ondergrondse monument, gelegen op de plaats van een vroeger lijkenhuis, herdenkt waardig alle 200.000 Fransen die de Nazi-kampen niet hebben overleefd. Een indrukwekkende wand met evenveel lichtjes als er slachtoffers waren. "Pardonne, mais n’oublié pas" – "Vergeef, maar vergeet niet". Diep geroerd kom je weer boven.

 


Het 'Mémorial des Martyrs de la Déportation'

De grootste synagoge van Frankrijk en zelfs Europa bevindt zich aan de rue de la Victoire 44 in het 9e arrondissement. De Grande Synagogue de la Victoire, werd gebouwd tussen 1867 en 1874, door de Franse architect Alfred-Philibert Aldrophe, met financiële steun van de familie Rothschild en biedt plaats aan 1800 personen. Na de oorlog, is er veel inspanning geleverd om het godsdienstig, artistiek en cultureel joods erfgoed te beschermen. Ook deze synagoge raakte zwaar beschadigd na een aanval van rechts-extremisten in oktober 1941 de dag na Kipoer. Hij werd gerestaureerd in 1967 met financiële steun van de stad Parijs. Inmiddels is deze synagoge ook eigendom van de stad Parijs en op 11 december 1987 geclassificeerd als historisch monument.

 


Frankrijk, dat helaas  ook een lange historie van antisemitisme kent, heeft na Israël en de VS de grootste joodse gemeenschap ter wereld, naar schatting tussen de 500.000 en 600.000 mensen. De meeste gemeenschappen bevinden zich in de stedelijke gebieden van Parijs, Marseille, Toulouse, Lyon en Straatsburg. Het heeft ook de grootste moslimgemeenschap, waar volgens onderzoekers 'nieuw antisemitisme' wortel schiet. 


De Joodse aanwezigheid op het grondgebied dat nu Frankrijk is, gaat terug tot het begin van onze jaartelling en is een van de oudste Joodse gemeenschappen in Europa. Overblijfselen, vooral gevonden in de Rhônevallei, bevestigen de Joodse aanwezigheid in de 1e eeuw. De oudste vondst betrof een olielamp, versierd met een kandelaar met zeven armen, gevonden in 1967 in Orgon. In de 11e eeuw zien we de eerste Jodenvervolgingen en de verbanning uit vele 'edele' ambachten. Maar vanaf de 12e eeuw volgden er opnieuw allerlei restricties en de Joden moesten zich beperken tot de handel, het krediet verlenen en de geneeskunde. Dit leidde er toe dat de Franse Joden in de middeleeuwen vrijwel het monopolie op de internationale handel in handen hadden. Vele Joodse families beperkten hun activiteiten niet enkel tot het bankieren maar waren ook actief op vele handels-domeinen, zoals de handel en opslag van voedsel en textiel, het verbouwen van druiven en de organisatie van internationale transporten. 

Niettegenstaande de abnormale hoge belastingen die de Joden moesten betalen (en dit tot aan de Franse revolutie) ontwikkelde zich een grote Joodse gemeenschap in de 17e eeuw. Hun leven werd overvloedig gereglementeerd en ze waren dikwijls afhankelijk van de welwillendheid en de willekeur van de lokale machtshebbers.  Door hun rijkdom wekten ze een zekere vijandigheid op bij de bevolking omwille van hun koopmansgeest, echter hun handelsactiviteiten waren zowat de enige die ze konden bedrijven aangezien ze van alle andere ambten uitgesloten waren. In meer dan 400 steden en gemeenten in Frankrijk getuigt een rue de la Juiverie (Juiverie = Jodenkwartier) of une rue des Juifs ('een Jodenstraat') van vroegere Joodse samenlevingen aldaar. De huidige rue Ferdinand-Duval in Parijs, gelegen tussen de rue de Rivoli en de rue des Rosiers, had vroeger de naam rue des Juifs.

 


De joodse buurt in de Marais


Er zijn twee groepen Joden in Parijs, de Sefarden en de Asjkenazen. De Sefardische Joden zijn oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en Portugal en zijn tijdens de Inquisitie veelal naar Noord-Afrikaanse en Zuid-Europese landen rondom de Middellandse Zee getrokken. Asjkenazische Joden komen vaak uit Duitsland en Oost-Europa. Niemand weet uit hoeveel personen de beide groepen exact bestaan. De Parijse Joden wonen traditioneel in de wijken zoals de Marais, Buttes Chaumont, bij Vincennes, in het 17e arrondissement, in het 19e bij de avenue de Flandre en een van de voorsteden aan de noordkant van Parijs; Sarcelles, ook wel 'Klein Jeruzalem' genoemd. Algerijnse Joden verhuisden erheen nadat Algerije onafhankelijk van Frankrijk werd, en ook andere Joodse Noord-Afrikanen - onder wie Marokkanen en Tunesiërs - vonden in deze wijk een toevluchtsoord.



Het bekladden van een beeltenis van Simone Veil overlevende van de Holocaust en eerste vrouwelijke voorzitter van het Europees Parlement


Antisemitisme

Frankrijk wordt momenteel gekenmerkt als het gevaarlijkste land voor de Joden. Het aantal antisemitische incidenten steeg in Frankrijk met 100%, waarvan de helft van de incidenten geclassificeerd wordt als "racisme" dat gericht is tegen Joden, ook al zijn de Joden met een minderheid van minder dan één procent van de bevolking in het land. "De oorlog in Gaza was de trigger om de haat voor Israël uit te drukken en de teugels van het antisemitisme weer op te pakken," zei Roger Cukierman, de voorzitter van de Vertegenwoordiging van de Raad van Joodse Organisaties in Frankrijk, die tevens vicevoorzitter van het World Jewish Congress is. "Bijna onmiddellijk veranderde de kritiek op Israël of oppositie tegen de oorlog in een weidse oproep tegen de Joden". Aanzetten tot haat en antisemitisme online en op social media is ook uitgegroeid tot een trend. Ontkenning van de Shoah wordt online verspreid en veel websites worden gebruikt als voedingsbodem voor haat. Opvallend is dat het antisemitisme zijn vijandigheid eerder richt tegen het Joodse volk en niet zozeer tegen het joodse geloof.

Wie een Franse krant openslaat, stuit op een toenemend aantal berichten over antisemitisme.

 

Gelukkig vond op zondag 12 november in Parijs een mars tegen het antisemitisme plaats, op initiatief van de voorzitter van de Nationale Vergadering en de voorzitter van de Senaat. Ook werden er andere bijeenkomsten in heel Frankrijk georganiseerd. In totaal demonstreerden ruim 182.000 mensen door het hele land waarvan 105.000 alleen al in de Franse hoofdstad. Het werd gezien als een symbool van hoop.



Frankrijk zonder de Franse Joden is Frankrijk niet meer

Een symbool van hoop........... Mijn Joodse vriend schudt zijn hoofd. "Waarom haten ze ons vanwege ons keppeltje? Wij haten hen toch ook niet vanwege hun hoofddoek? .Onze godsdiensten komen sterker overeen dan dat ze verschillen en bij iedereen stroomt hetzelfde bloed door de aderen". Ik herhaal nog even de woorden van de toenmalige Franse premier Manuel Valls: "Frankrijk zonder de Franse Joden is Frankrijk niet meer".

Zou het dan niet mooi zijn als iedereen daar “Inshallah" op antwoordt.

 

Adressen:

Diasporama (boeken en joodse artefacts) 20 rue des Rosiers 75004

Art 25 (galerie joodse kunst) 25 rue des Rosiers 75004

Sacha Finkelsztajn (bakker traiteur) 27 rue des Rosiers 75004

Panzer (slager traiteur)  26 rue des Rosiers 75004

Korcarz (slager traiteur) 29 rue des Rosiers 75004

L’As du Fallafel (koosjer restaurant) 34 rue des Rosiers 75004

Cash Cacher Naouri (kruidenier) 1 rue Des Hospitalières Saint Gervais 75004

Boucherie Norbert (slagerij) 7 rue Écouffes 75004

Librairie du Progrès (joodse bibliotheek) : 23 rue des Écouffes 75004

Florence Kahn (traiteur) 24 rue des Écouffes 75004

Bazar Suzanne (religieuse artikelen) 14 rue Ferdinand Duval 75004

Synagogue Agoudas Hakehilos, 10 rue Pavée 75004

Mémorial de la Shoah, 17 rue Geoffroy l’Asnier 75004

Musée d’Art et d’Histoire du Judaïsme, 71 rue du Temple 75003

Mémorial des martyrs de la Déportation, Allée des Justes de France 75004

Grand Synagogue, 44 Rue de la Victoire 75009

Centre Européen du Judaïsme, rue de Courcelles -boulevard Reims 75017

Jardin Anne Frank, impasse Berthaud 75003